In het Vliegtuig


Na al die officiële toestanden liepen we, met onze bagage naar het vliegtuig om in te stappen. Zo moet het toen gegaan zijn denk ik want ik was me daar, op dat moment, niet echt van bewust. Ik herinner me alleen dat ik m'n bagage moest pakken uit de verzameling bagage die achter ons lag. Bagage trouwens, die we daar even daarvoor, zelf moeten hebben neer gezet maar dat herinner ik me dus niet meer. Mijn algehele staat van verdoving ebde pas weg toen ik de laatste stappen op Libanese bodem zette. Mijn linker voet is de laatste geweest, die de Libanese bodem heeft aangeraakt toen ik met grootte tegenzin, de trap naar het vliegtuig op ging.

Eenmaal binnen voelde ik me onmiddellijk compleet ingesloten in een onnatuurlijk luxe en erg krappe wereld waar alles kunstmatig op me over kwam.

De licht grijze wanden, de donkerblauw vloerbedekking en pluche stoelen, ja zelfs de lucht die ik inademde voelde kunstmatig aan. Alles stond er ook in van die in keurige rijen, erg krap op elkaar gepropt en was er duidelijk, op ingericht om zo veel mogelijk mensen, met zo weinig mogelijk ruimte verlies, nog enigszins comfortabel zittend vervoerd te krijgen.

Daar was ik dus, tot overmaat van ramp en  alsof het allemaal maar de gewoonste zaak van de wereld was, gewoon achter Jan, die voor me liep aan naar binnen gesjouwd en, mij verbazend over waar ik terecht was gekomen, was ik zelfs gewoon, naast hem op de volgende vrije stoel gaan zitten.
Natuurlijk besefte ik dat die nieuwe omgeving, eigenlijk helemaal niet zo vreemd zou moeten zijn, maar zo voelde het wel toen ik daar maar gewoon, alsof het vanzelfsprekend was, naar binnen sjouwde.

Even daarvoor had ik me nog helemaal thuis gevoeld in zowel het land als de taak waarin ik me bevond, maar eenmaal in dat vliegtuig stond ik toch echt op het punt om te vertrekken naar het land waar ik vandaan kwam. Eigenlijk zou ik het “naar huis gaan” moeten noemen, maar zo voelde het zeker niet. Met het binnenstappen van dat vliegtuig, was echter definitief duidelijk geworden dat, dat toch echt ging gebeuren.

Eenmaal in Nederland zou ik dan weer in een gewone forensentrein naar huis moeten, want ik zou niet van Schiphol worden opgehaald. Ik had, voor vertrek naar Libanon namelijk zelf tegen m’n ouders gezegd dat ik wel gewoon met de trein zou gaan. Dat was echter een zorg voor later.

Ergens achter me riep iemand dat hij, eenmaal thuis, eerst een frietje speciaal wou, maar dat was wel het laatste waar ik op dat moment behoefte aan had. Ik wou alleen maar mijn gedachtes delen met mijn vriendin, maar dat ging op die dag sowieso nog niet gebeuren. Het was wel een erg dubbel gevoel. Natuurlijk wist ik heel goed dat ik onderweg was naar het land waar zij, van wie ik erg veel hield, woonde maar waarom was dat dan niet het land waar ik zijn wou? 

Eenmaal goed en wel zittend in dat vliegtuig, was echter eerst de vraag belangrijk waar ik m’n knieën moest laten in dat erg krappe "Douglas DC8" vliegtuig. Gelukkig kon ik het probleem van m'n klem zittende knieën wel snel op lossen door het klaptafeltje in de rugleuning van de stoel voor me uit te klappen. Dat gaf me namelijk net genoeg extra knie ruimte.

Na nog een hele poos gewacht te hebben werd de deur van het vliegtuig gesloten en alles onder druk gebracht. Ik merkte dat vooral doordat m'n oren allebei een plop gaven. Na nog een poos wachten kwam het vliegtuig uiteindelijk in beweging, het steeg op en verliet Libanon.

Share by: