Bijna weer vertrekken?


Toen er, ongeveer een week voordat ik naar huis moest, nog een laatste keer een chauffeur naar het Nederlandse hoofdkwartier ging, drong met een onaangename schok tot me door dat, dat terug naar huis moment, er al bijna was. Tot op dat moment had ik zo weinig mogelijk aan terugkeren gedacht. Dat soort onaangename gedachtes kan ik altijd goed aan de kant schuiven, maar toen ik me realiseerde dat de laatste week daar al was aangebroken, lukte dat echt niet meer. Moet ik echt over een week al terug naar Nederland? Waren die vier maanden dat mijn “uitzending” daar duurde, al weer bijna om?

De uitzendingen daar waren afwisselend in periodes van vier of zes maanden en mijn “uitzending” was er eén van vier maanden geweest. Ik had, vond ik tenminste, de pech dat mijn uitzending een kortere was maar misschien gaat het hierbij ook wel een beetje over een psychologisch effect. Een half jaar in Libanon, klinkt namelijk veel langer dan vier maanden.

Toen ik nog naar Libanon toe moest, dacht ik nog dat die vier maanden, lang zouden gaan zijn, alleen toen ik me uiteindelijk realiseerde dat die vier maanden al bijna om waren, bleek het veel te snel te zijn gegaan en baalde ik daar vreselijk van. Het is natuurlijk ook heel gewoon dat dingen achteraf  vaak erg snel lijken te zijn gegaan.

In Libanon had een gewapende, relatieve vrede geheerst toen wij daar waren en het had me een geweldig gevoel gegeven om m’n taak als militair daar te vervullen. Ik had ook echt het gevoel dat het daar, door onze aanwezigheid, op dat moment zo vredig was, hoewel dat vredige ook relatief is als er dagelijks wel ergens geweerschoten te horen zijn. Wij werden daar in ieder geval gezien als een serieus te nemen partij, ook al was dat misschien alleen doordat de blauwe U.N. vlag toen nog een beetje respect afdwong. Bij latere U.N. missies was dat minder het geval.

Eigenlijk beviel het me ook gewoon erg goed om, zwaar bewapend een gebied te verdedigen. Ik voelde me erg op m'n plek, als militair in Libanon. De mensen waar ik in Libanon mee te maken had, waren in ieder geval blij met onze aanwezigheid. Dat was voor mij een extra reden waarom ik nog lang niet terug naar Nederland wou, want sinds ik daar op vakantie was geweest, wist ik al dat ik daar echt niet meer die welkome, gewapende, militaire ordehandhaver, maar gewoon weer een jonge met een brommer zou zijn.
Sinds die "vakantie", was ik er echt van doordrongen dat in Nederland, alles nog als vanouds was en zodra ik thuis m'n militaire kloffie uit had getrokken, was ik daar ook meteen weer tot een stink normale burger gedegradeerd. Aan het terug in de tijd gevoel dat ik daar toen van had gekregen, had ik in ieder geval, helemaal geen behoefte. Ik was ook gewoon blij geweest toen ik, na die twee weken vakantie, weer terug naar Libanon mocht. Terug naar het echte leven.

Het enige voordeel van terug naar Nederland gaan was, vond ik, dat ik dan eindelijk met m'n vriendin zou kunnen praten want op de een of andere manier was dat niet echt gelukt tijdens dat ene vakantieweekeinde dat ik haar gezien had.

Aan de andere kant moet ik er ook bij vertellen dat deze jonge avonturier natuurlijk ook erg nieuwsgierig was naar wat het Israëlische leger van plan was, want dat ze iets van plan waren, was overduidelijk. In de maanden dat we in Libanon waren, waren er namelijk al steeds meer troepenconcentraties aan de grens te zien geweest. Israël leek dus duidelijk van plan om al het Palestijnse verzet in Libanon, eens grondig de kop in te drukken. Het Israëlische leger had alleen minder haast dan ik.

Mijn gedachten waren in die context natuurlijk bij het avontuur dat het voor mij zou betekenen.

Uiteindelijk was het echter m’n eigen besluiteloosheid en uitstelgedrag, waardoor ik toen niet serieus heb gekeken naar de mogelijkheid van bijtekenen en alles maar op z’n beloop heb gelaten.


In de maanden dat ik daar was, ben ik wel echt van dat vreemde, verre, ruwe land gaan houden. Het feit dat ik m'n vriendin weer terug ging zien, zag ik eigenlijk als het enige voordeel van m'n terugkeer want met haar zou ik over alles kunnen praten.

Waarom heb ik haar eigenlijk, toen ik daar nog was, nooit over m’n echte gevoel voor Libanon geschreven? Of over het feit dat ik daar echt m'n plek gevonden had?

Eigenlijk denk ik dat ik me me daar, terwijl ik daar nog was, niet echt bewust van was. Toen was dat namelijk nog de gewone wereld en ik, deed daar gewoon m’n werk. Toen ik van daar moest vertrekken, onderging ik het ook maar gewoon omdat ik geen keus had. M’n vertrekdatum had tenslotte al vast gestaan voor ik daar aankwam en in Nederland had ik een lieve vriendin en alle kansen die het rijke westen, een jong stel te bieden heeft. Ik hield echt van haar en ik wou haar graag snel terugzien, maar in Libanon was ik een militair die met respect werd behandeld.

Vanaf het moment dat ik me realiseerde dat m'n laatste week in Libanon al begonnen was, werd ik me wel pijnlijk bewust van alles wat ik voor de laatste keer zou doen. Bijvoorbeeld tijdens m’n laatste patrouille op maandagnacht. Ik ben op woensdag terug naar Nederland gekomen en dinsdagnacht zou de patrouille gedaan worden door de achterblijvers die met de tweede rotatie gingen. Volgens ons schema had ik eigenlijk op dinsdag die patrouille nog moeten lopen dus. Die hele laatste patrouille op maandag heb ik, bij alle bekende punten, lopen denken aan het fijt dat ik dat, nooit meer terug zou zien. Ik zie het nog zo voor me en voel dan weer hoe het toen voelde:


“In de stille eenzaamheid van een donkere nacht, waarin het licht van maan en sterren schuilgaat achter een wolkendek, loop ik door een mooi heuvelland. Ik ben de laatste in een rij van vier militairen. Overmorgen al, ga ik weer terug naar Nederland, dus mijn tijd hier is nu echt zo goed als om. De terugkeer naar “huis”, waar ik al die tijd zo weinig mogelijk aan gedacht heb, is nu echt onvermijdelijk dichtbij. Al die maanden heb ik niet aan Nederland, gedacht als m'n thuis, want ik voel me hier thuis in dit kale, stille, donkere heuvel land. In de verte klinkt één enkel schot van een vuurwapen. Een enkel schot en de stilte is weer terug. Ik voel mij volkomen vredig. Geen van ons vieren maakt zich ook maar de minste zorgen over het schot dat net de stilte verscheurde. Ik herinner me wel de hoopvolle gedachte, op dat moment, dat er iets aan de hand zou kunnen zijn waardoor we wat langer zouden moeten blijven, maar ik wist heel goed dat er weer niets aan de hand was. Een geweerschot in de verte was al heel lang een gewoon achtergrondgeluid.

We lopen ondertussen gewoon verder door het rotsige landschap waar we prima de weg weten en ineens besef ik dat we nu voor de allerlaatste keer de heuvel beklimmen. De laatste keer lopen we in de richting van onze eerste luisterpost en die gedachte stemt me erg droevig. Overmorgen al, ga ik naar Nederland maar die gedachte is, in al zijn onvermijdelijkheid nog steeds erg onwerkelijk. Ik wil hier graag blijven. Hier waar ik me thuis voel, maar overmorgen moet ik terug naar het land waar ik eigenlijk thuis zou moeten zijn. Terug naar waar ik vandaan kom dus. Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik dan naar huis ga. Ik voel me hier thuis, maar in Nederland is m'n vriendin en ik hou zo veel van haar. De gedachte dat ik haar weer in m’n armen kan sluiten en m'n gedachtes met haar kan delen, brengt mijn gevoelens weer enigszins tot rust.

Daar is de opgeblazen raketbunker en dit is echt de laatste keer dat ik hier ga zitten, besef ik. Heb ik mij, in Nederland ooit zo op m'n plek gevoeld als ik me hier nu voel? Die gedachte brengt de droefenis weer terug. De maan “breekt” ondertussen door de wolken en het lijkt wel of de zon opkomt. Innerlijk voel ik me in tweeën gescheurd. Ik houd van deze plek maar dit is de laatste keer dat ik hier zit. In Nederland is m'n vriendin en in de verte is de Israëlische grens. Twee werelden die niet te verenigen zijn. In het donker kan ik, kilometers verderop, de heuvelrij onderscheiden, waar ik die grens weet. Mijn gedachten spoeden zich weer naar m’n vriendin, en in mijn hoofd klinkt een flard muziek die goed bij mijn stemming past. “how I wish you were here”. Dit is dus echt de allerlaatste keer dat ik hier zit?” 


Share by: