Post 7-6b


Nou wilde ik hier eigenlijk de allereerste indruk van het Libanese binnenland beschrijven maar dat blijkt erg lastig te zijn. Foto’s kunnen dan helpen maar het was in die tijd nog helemaal niet gewoon om overal foto’s van te maken. Foto’s maakte ik namelijk, net als iedereen toen, met een analoog fototoestel en als ik mijn rolletje van 24 foto's dan vol had, moest ik dat eerst laten ontwikkelen en afdrukken bij een fotograaf om te zien wat ik gefotografeerd had. Dat waren dan dus zelden spontane eerste indrukken en foto’s van gewone dagelijkse dingen. Het kwam toen niet eens bij me op om daar een rolletje mee vol te schieten. Ik denk ook dat ik het pad van het dorp naar de post, te vaak heb gereden om er nog een eerste indruk van te kunnen beschrijven.


De eerste indruk van de post en de ontmoeting met onze voorgangers kan ik echter wel beschrijven. Dat is ook anders dan de rit vanuit het dorp naar de post die ik zo vaak heb meemaakt. De post waar ik dus was ingedeeld, bleek post 7-6b te heten. (Over het radioverkeer gewoonlijk afgekort tot "zes bravo". De zeven werd dan weggelaten omdat we het Nederlandse dus het zevende gebied waren en al het radioverkeer gewoonlijk over ons gebied ging. Ieder gebied had dus z'n eigen radiofrequentie. ) Over mijn precieze bestemming in Libanon had me dus van tevoren niemand iets verteld, maar toen we er aankwamen, bleek het een erg onopvallende, kleine post op een kale heuvel te zijn waar we werden verwelkomd door een paar gebruinde mannen in verweerd legergroen. In die voor mij nog nieuwe omgeving, bewogen zij zich voort met een vanzelfsprekendheid die je krijgt als je al maanden ergens je taak hebt verricht. Zelf voelde ik me op dat moment nog vooral een, nieuwe, in keurig splinternieuw legergroen gestoken en net in Libanon gearriveerde, soldaat met glimmend gepoetste legerkisten aan m’n voeten. Ik kon niet wachten om er net zo versleten uit te gaan zien als zij. 


Wij, de eersten van de nieuwen, zouden een week de tijd hebben om van onze voorgangers te leren hoe het dagelijkse leven in Libanon in z'n werk ging. Na die week zouden ook zij naar Nederland vertrekken en de rest van ons in Libanon aankomen. Dat hele proces werd een “rotatie” genoemd en, voor de mensen die dat alles hadden moeten regelen, was dat ongetwijfeld een enorme logistieke operatie geweest die ik, mij totaal niet bewust van al dat geregel, maar gewoon onderging. Tegen ons werd ook sowieso niet over dat soort organisatorische zaken gesproken omdat wij gewoon het voetvolk waren dat je gewoon ergens naartoe stuurt. Niet belangrijk genoeg om alles te moeten weten. Al die maanden die ik vervolgens in Libanon ben geweest, had ik er trouwens ook geen idee van hoe de hele situatie daar nou echt in elkaar stak. Nou geloof ik niet dat iemand echt het complete overzicht had in die "Palestijns - Israëlisch - Libanese chaos. Je mag van geluk spreken als je in zo'n situatie het deel van de info krijgt dat jou direct aan gaat. Meestal wordt een gewone soldaat met alleen een opdracht ergens neergezet.

Als militair, op je post in een conflict situatie, ben je dus afhankelijk van wat je, al dan niet verteld wordt en precies daarin schuilt voor mij de crux van het probleem. Militairen wordt gewoonlijk alleen maar zo veel verteld dat ze de taak kunnen uitvoeren waarvoor ze uitgezonden zijn. Als een soort van indoctrinatie word je verteld wie goed en slecht zijn en daar moet je het maar mee doen. Is het je trouwens wel eens opgevallen hoe passief die term “uitgezonden” feitelijk is?

Je wordt uitgezonden en gaat er van uit dat de organisatie die je uitzend, en die dus bepaalt waar je terecht komt, weet wat ze doet. Je volgt dus maar gewoon de groep waar je bij hoort. 

De meeste jongens, ik ook dus, zagen, toen we daar aankwamen alles geloof ik sowieso als een groot avontuur. Ik geloof niet dat ik toen veel heb nagedacht over het precieze waarom van mijn aanwezigheid daar. Heb ik toen überhaupt over dat aspect van die uitzending wel eens nagedacht? Ik was net een paar maanden van school toen ik het leger in moest en nog helemaal gewent om opdrachten gewoon uit te voeren, zonder de argumenten van de opdrachtgever in twijfel te trekken. 

Als militair word je, ik zou eigenlijk wel kunnen zeggen, afgericht om te doen wat je wordt opgedragen. Om te gaan waarheen je gestuurd wordt. “Men” heeft het overzicht. Ik had dat toen zeker niet maar zo werkt gewoonlijk het leven in het leger. De mensen die je uitzenden, bepalen hoe je eruit hoort te zien en waar je terecht komt.

Nou was ik als schooljochie al nooit een doorvrager en toen ik, op m'n negentiende het leger in moest was dat niet anders. Het was dan ook pas toen ik gegevens voor dit verhaal ging verzamelen, dat ik begon te beseffen hoe complex het wespen-nest Libanon, waarin ik had gezeten, in werkelijkheid was. Toen besefte ik bijvoorbeeld ook pas dat de palestijnen waren verdeeld in ontelbare grotere en kleinere fracties. Toen ik daar nog was, heb ik ze allemaal samen, voor het gemak samengevoegd onder de noemer; "de Palestijnen" maar waar ze vandaan kwamen wist ik niet.

Van de relatie tussen Palestina en Israel had ik toen dus geen idee. Ze hadden ons dus veel beter moeten vertellen waar ze ons precies heen zouden sturen.


Voor het hele conflict begon, was Palestina namelijk alleen maar een gebied in het middenoosten geweest. Een gebied dat door de, toen nog landloze Joden was ingenomen als hun door god (Jahweh, maar Joden spreken de naam van god niet uit.) beloofde land. Hun “land van melk en honing”, zoals het in de bijbel al wordt genoemd. Voor hen was het dus allang hun rechtmatige eigendom toen ze daar op 14 mei 1948 de staat Israël stichtten. De daar wonende palestijnen hebben ze vervolgens gewoon van hun thuisland verjaagd. 

Het feit dat het geen erkend, zelfstandig land was, dat de joden hebben ingenomen, maakt het hele probleem ook alleen maar lastiger. Eigenlijk was het sinds de val van het Ottomaanse rijk in 1922 een soort niemandsland.

Zover ik weet is tijdens mijn opleiding voor Libanon echter, over dat soort zaken, helemaal niet gesproken. Blijkbaar vond men dat niet terzake doen.

We gingen tenslotte ook niet naar Israël of voormalig Palestina, maar naar Libanon. Voor de Palestijnen was het echter hun vaderland geweest dat de Joden hadden ingenomen en dan heb je dus al meteen een groot probleem. Nederland heeft in dezen duidelijk altijd de kant van de Joden gekozen. Dat blijkt ook uit het feit dat men toen altijd sprak over Palestijnse terroristen. 

Libanon bleek dus, toen ik daar eenmaal was, in echt alle opzichten een kompleet andere wereld te zijn dan die waarin ik was opgegroeid en m'n zorgeloze opleiding tot soldaat had gevolgd. 

Share by: