Dienstplicht

 in Libanon

Menu

Post 7-6b


Van de laatste huizen, voordat we het dorp weer uitreden, waren alleen nog ruïnes over en in de maanden dat ik in Libanon ben geweest, kwamen we daar dagelijks langs de achter gebleven bergen steenpuin gelopen of gereden.

Er was daar ook een ruime, blauw/wit gekleurde tegelvloer die als een glimp vergane glorie, wanhopig leek te proberen om een indruk te wekken van betere tijden. Daar zouden we die volgende maanden, iedere nacht een uur zitten waken tijdens de nachtelijke patrouille. 
Een klein stukje verder stond nog, naast een eenzame, knoestige oude Libanese ceder boom, een
verroest, ooit donker blauw autowrak te vergaan bij het laatste restje van wat je nog een verharde weg zou kunnen noemen. Daar leek ook meteen het laatste beetje beschaving op te houden en reden we een kaal glooiend ruw heuvellandschap in.

Met alleen hier en daar wat droge struikjes was daar, als daar niet dat opgedroogde modderpad tussen de rotsblokken was geweest, niets meer te zien dat zelfs maar een schijn van menselijke aanwezigheid zou kunnen wekken. 

Toen ik daar die eerste keer het ruwe Libanese heuvelland in keek, was m’n eerste bewuste gedachte; "zo zou ik wel willen wonen". Je zou het liefde op het eerste gezicht kunnen noemen.

Achteraf terugkijkend, zou ik willen dat ik toen,  wat meer foto’s had gemaakt van de gewone dagelijkse routes die we altijd reden. Van de vele keren dat ik daar uiteindelijk gereden heb, heb ik namelijk, veel te, weinig foto’s. In die tijd was het, zeker voor mij nog helemaal niet gewoon om maar overal foto’s van te maken. Mobiele telefoons met ingebouwde kamera, bestonden nog helemaal niet dus foto’s maakte ik toen nog met een analoog fototoestel met een fotorolletje erin en als je dat rolletje van, in mijn geval 24 foto's dan vol had, moest je het eerst laten ontwikkelen en afdrukken bij een fotograaf, om überhaupt te kunnen zien wat je nou eigenlijk precies op die foto had gezet. Soms mislukten foto's ook gewoon.

Daardoor heb ik nu ook niet zo veel spontane snapshots of foto’s van gewone dagelijkse dingen als ik achteraf terugkijkend, graag zou hebben gehad. Tijdens die eerste rit zat mijn fototoestel zelfs nog ergens in m’n handbagage en het kwam niet eens bij me op om dat al uit te pakken. 

Over mijn precieze bestemming in Libanon, had me van tevoren, niemand iets verteld maar eenmaal aangekomen op die bestemming bleek het, post 7-6b (post zeven-zes-bravo) te heten.

Iedere compagnie had z'n eigen radiofrequentie en binnen onze compagnie netwerk werd die naam nog verder afgekort tot 6-bravo. Die zeven werd dan weggelaten omdat wij allemaal die zeven voor de postnaam hadden. Het Nederlandse was ook het zevende U.N. gebied.


De post bleek erg onopvallend te zijn en op een kale heuvel te liggen. We werden daar verwelkomd door een paar gebruinde mannen in verweerd legergroen. In die voor mij nog helemaal nieuwe omgeving, bewogen zij zich voort met de vanzelfsprekendheid die je krijgt als je al maanden ergens je taak hebt verricht.

In vergelijking met hen, voelde ik me dus nog echt een onervaren nieuwe soldaat, met m’n glimmend gepoetste schoenen en nieuwe kleding. Tot vlak voor vertrek naar Libanon hadden wij nog in oeroude, versleten legerkleding gelopen die nooit goed gepast had, dus ik was toen erg blij geweest om, vlak voor vertrek naar Libanon eindelijk de echte Libanon kleding te krijgen. Het zat allemaal ook veel beter dan die ouwe rommel die we daarvoor hadden gehad. Het was alleen, zoals ik al zei, nog erg nieuw.


Wij, de eersten van de nieuwen, zouden een week de tijd hebben om van onze voorgangers alle ins en outs te leren van hoe het dagelijkse leven in Libanon in z'n werk ging. Na die week zouden ook zij naar Nederland vertrekken en zou de rest van ons in Libanon aankomen. Dat hele proces werd een “rotatie” genoemd en, voor de mensen die dat alles hadden moeten regelen, was dat ongetwijfeld een enorme logistieke operatie geweest die ik, mij totaal niet bewust van al dat geregel, maar gewoon onderging. Tegen ons werd sowieso nooit over dat soort organisatorische kwesties gesproken. Wij waren dan ook gewoon het voetvolk dat je gewoon ergens naartoe kunt sturen. Niet belangrijk genoeg om alles te moeten weten. 

In de maanden die ik vervolgens in Libanon ben geweest, had ik er trouwens ook geen idee van hoe de hele situatie daar nou echt in elkaar stak. Nou geloof ik niet dat iemand echt het complete overzicht had in die "Palestijns - Israëlisch - Libanese chaos.


Misschien moet ik hier ook nog eerst nog even benadrukken hoezeer het leven in Libanon compleet anders bleek te zijn dan waar men ons tijdens de opleiding op leek te hebben voorbereid. De opleiding in Assen had zich namelijk vanuit grote kazerne gebouwen, in eerste instantie gericht op een eventuele sovjet Russische aanval die moest worden afgeslagen. De "koude oorlog" heerste nog en alle westerse legers waren er vooral op gericht om een aanval uit die hoek af te slaan. Alles was in Nederland ook nog keurig geregeld vanuit het leger. Al dat bleek in Libanon echter helemaal niet aan de orde.