Opleiding voor Libanon

In de loop van 1980 kreeg ik een oproep voor de keuring voor militaire dienst. Er was toen nog de dienstplicht dus aan die keuring kon ik niet ontsnappen. Maar ik wou er ook niet aan ontsnappen. Ik zag geloof ik, in het leger een mooie manier om iets interessants te gaan doen. M’n oudere broer had altijd mooie verhalen gehad over het leger dus dat trok mij ook wel. 

Ik werd natuurlijk goedgekeurd dus op 4 maart 1981 moest ik naar de “Johan Willem Friso kazerne” in Assen. m’n vriendin was er niet erg blij mee dat ik soldaat werd, maar ik moest natuurlijk wel gewoon gaan want dienstplicht is dienstplicht. M’n vriendin was erg antimilitaristisch en ze had het Idealistische idee dat het hele leger, feitelijk overbodig is. Ze was ook meer in voor de anti kernwapen demonstraties die in die tijd erg in opkomst waren.


De "koude oorlog" heerste nog en de wereld leefde met zijn oost/west conflicten en de daar blijkbaar bij horende kernwapen wedloop.


Die 4 de maart 1981, moest ik dus het leger in. Lichting 81-2 hete dat toen. Ik moest helemaal naar de “Johan Willem Friso” kazerne in Assen en dus vroeg opstaan om daar op tijd te kunnen aankomen. Om iets voor zeven uur moest ik met de trein mee. Ik wist nog niet hoe ik dan bij die kazerne moest komen maar ik dacht: ik loop gewoon achter de anderen aan. Ik treurde echt niet om het fijt dat ik drie en een half uur in de trein zou zitten. Assen was in Drente, waar m’n vriendin woonde. Dus misschien kon ik haar eens op gaan zoeken. Daar zag ik zeker wel voordelen in. En omdat het zo ver van huis was, kon ik ook niet ‘s avonds naar huis. Niets dan voordelen dus.
Tijdens die trein reis hoorde ik van andere jongens die ook naar Assen bleken te moeten, dat ik onderweg was naar de opleiding voor Libanon. Zij, bleken zich daarvoor, met een drang naar avontuur, bewust te hebben opgegeven. Bij de keuring voor die dienstplicht had ik wel ja geantwoord op de vraag of ik bereid was voor een eventuele VN inzet, maar ik was niet heel serieus toen ik die vraag met ja, da's goed, beantwoordde. Mijn nog geen jaar van de middelbare school zijnde zelf, had toen ook geen seconde gedacht dat uitgerekend ik daar dan ook echt heen gestuurd zou worden. Dat soort dingen gebeurden alleen met anderen, niet met mij toch?


De eerste twee maanden van de opleiding, waren de militaire basisopleiding, dus veel marsen, exercitie en oefening op de hei, in de regen. Ik was de hele week van huis en alleen in de weekeinden thuis. Dat beviel me, afgezien van de gebruikelijke ongemakken van het in het leger zijn, erg goed. 

Tijdens die eerste maanden werden we verder ingedeeld en toen hoorde ik dat ik boordschutter zou worden. Daarvoor moest ik dus een extra opleiding volgen. Dus terwijl de anderen verder ploeterden op de hei, was ik een paar weken in Veldhoven om te leren met de punt50 en de YP om te gaan. De YP is een achtwielig pantser voortuig met een zware Mitrailleur op het dak (de punt50). Achterin kan een groep soldaten zitten. (infanteristen vandaar dus Pantser infanterie)

Na die boordschutter opleiding ging ik weer naar Assen terug om de rest van de Libanon opleiding af te maken. Tijdens de hele opleiding waren de Russen van de Sovjet-unie onze oefenvijand omdat die koude oorlog nog volop heerste.

Zelf heb ik toen helemaal niets over Libanon geleerd. Een deel van de opleiding heb ik namelijk gemist omdat ik een brommer ongeluk had gehad en een paar weken thuis ben geweest met m’n zwaar gekneusde schouder. Toen ik weer op de kazerne terug was, vertrokken de jongens net voor de oefening “Pantserstorm” die ik toen ook heb gemist. M’n schouder was nog aan alle kanten groen en blauw dus ik hoefde niet mee naar de commando’s in Roosendaal. (Jaren later bleek m'n sleutelbeen trouwens gebroken te zijn geweest.) Ik heb toen, twee weken lang, allerlei klusjes op de kazerne gedaan en dat was, voor mij een leuke tijd terwijl m'n maten, door de commando's grondig onder handen werden genomen. 


Het Nederlandse leger leverde wel troepen aan de verenigde naties maar had in die tijd nog geen ervaring met vredesmissies. Daarom kregen wij ook die heel algemene, militaire opleiding die was gebaseerd op de grootte frontlinies uit de tweede wereld oorlog. Tijdens de oefeningen die ik wel mee heb gedaan, waren de Russen altijd de oefenvijand. We leerden dus de aanval en de verdediging vanuit kilometers lange frontlinies die zich langzaam verplaatsen. Het was dus een kwestie van camoufleren, schuttersputjes graven en posities innemen. Het ging er, bij ons alleen veel fanatieker aan toe dan bij gewone dienstplichtigen. Een van de sergeanten die ons de opleiding gaf, was bijvoorbeeld een getrainde commando. Een ander is dat later geworden. 


Voordat ik, naar Libanon ging, heb ik dus helemaal niets geleerd over Libanon en het midden oosten. Ook niet over het Palestijns/Israëlische conflict of het Ottomaanse rijk. Dat waren allemaal termen waar ik toen helemaal niets van wist.


Op de dag dat we dan eindelijk naar Libanon vertrokken, moesten we, diep in de nacht al ons bed uit om naar Schiphol te gaan. Om zeven uur stond het vertrek van Schiphol namelijk gepland. 

Eindelijk gingen we dan echt naar Libanon toe. Ik vond het erg spannend. Sommige jongens hadden die nacht helemaal niet geslapen. Het, veel te vroege ontbijt heb ik die ochtend overgeslagen om rustig aan m’n bed uit te kunnen komen. Toen we uiteindelijk van de kazerne vertrokken met legergroene bussen, was het nog helemaal donker. Het zou m’n eerste vliegreis worden en die ging naar het middenoosten.

Share by: