Ochtend


Het is een natte, herfstige maandagochtend en het waait stevig als ik de deur uit stap om naar m’n werk te gaan. Het heeft de hele nacht geregend maar het is nu net even, zo goed als droog en omdat ik een hekel heb aan regenkleding, heb ik besloten om het er maar op te wagen om zonder naar m’n werk te fietsen. Ik pak dus m’n sleutels uit m’n broekzak, trek de voordeur achter me dicht en draai hem op slot. Het is al bijna kwart voor zes dus ik moet nu echt weg als ik nog een beetje op tijd op m’n werk wil zijn. Het is al te vaak voorgekomen dat ik te laat of maar net op tijd was met in klokken en m’n baas heeft daar ook al over geklaagd.

Het hele weekend ben ik bezig geweest met m’n militaire diensttijd in Libanon. Ik heb allerlei gegevens verzameld en gistermiddag vond ik, in stoffige achterkamers van m’n geheugen, m’n terugkeer vanuit Libanon terug. Ik herinner me nu weer die vliegreis en hoe we op Schiphol aan kwamen. Ik herinner me weer dat er, alleen voor mij, niemand was om me op te halen. De hele afgelopen avond heb ik dus in woedende gedachten zitten malen en de hele nacht heb ik dat in m’n dromen herbeleefd. M'n hoofd staat er dan ook echt niet naar om maar weer gewoon te gaan werken, maar zo vroeg ‘s ochtends staat m’n hoofd sowieso nog helemaal nergens naar. 

Met, toch gewoon een, bekent, vroege ochtend gevoel achter m’n Libanon gedachtes, pak ik dus maar weer gewoon m’n fiets uit de schuur en vertrek. Het is best koud, zeker vergeleken met het warme bed waar ik net uit ben gekropen. Toen ik net, nog in bed, de wekker uit tikte en hoorde dat het buiten regende, was even de gedachte bij me opgekomen om die wekker maar helemaal uit te zetten en me gewoon te verslapen. Maar toen die wekker vijf minuten later weer begon te zeuren, ben ik toch maar gewoon m’n bed uit gekropen. 

Diep weggedoken in m’n jas, fiets ik nu, op m’n oude fiets zonder licht, de donkere wijk uit. Onder de hoge bomen, in de richting van m’n werk lijkt het weer even harder te gaan regenen doordat al het verzamelde water van de nachtelijke buien, in dikke druppels van de nog aanwezige blaadjes, dwars door m’n spijkerbroek valt en even vraag ik me af of ik niet beter toch een regenpak aan had kunnen doen? Het is maar zo’n tweehonderd meter onder die bomen door, maar dat is genoeg om m’n spijkerbroek aan m’n benen te doen plakken. Natuurlijk fiets ik wel gewoon door want ik weet wel dat rond de eerste pauze van 07:45 uur, die broek allang weer droog zal zijn. Als ik nu terug fiets kom ik echt te laat. 

Op m’n werk aangekomen ga ik snel naar binnen en klok in, precies om zes uur en ik vind dat dat gewoon op tijd is. M’n baas heeft liever dat ik een paar minuten eerder in klok maar dan had ik dus eerder van huis gemoeten. M'n jas en broodtrommel gaan m’n kast in en ik loop meteen door naar m’n werkplek. De anderen beginnen ook net uit de kantine te komen dus m’n baas moet niet zeuren, vind ik. 

Nu ik het magazijn in loop, overvalt me het onaangename gevoel of ik

het leven van iemand anders binnen stap. Ik voel me een beetje als een „Kat in een vreemd pakhuis”, maar het is een bekend gevoel en helaas ook een bekend pakhuis. De mensen die ik tegen kom, groeten me zoals je een collega begroet en vragen hoe m’n weekend is geweest, maar het antwoord dat ik zou kunnen geven, interesseert ze toch niet. Dat soort vragen beantwoord ik dus ook gewoon met „o, goed” of „prima”. Het hele feit dat ik hier, iedere dag weer moet gaan werken gaat me steeds meer tegen staan en ik voel er niets voor om steeds weer mee te moeten doen met het haast-theater dat deze maatschappij is. In de diepe krochten van m’n bewustzijn borrelt deze morgen weer een regelrechte woede op, maar daar merkt, denk ik, niemand iets van. Het gedoe van sneller moeten werken en het fijt dat ik maar niet op de kraan terug mag, spelen daarbij waarschijnlijk ook wel een rol. Ik loop hier al weer maanden met een kar door de gangen van dit magazijn te trekken en heb het helemaal niet naar m’n zin. Maar ik weet heel goed dat als ik na het werk weer thuis kom en op m’n bank plof, ik dat hele werk zo weer vergeten ben.


Share by: