De dienstplicht of militaire dienst is de verplichting tot het tijdelijk vervullen van werkzaamheden door (een deel van) de bevolking. De militaire dienstplicht, waarbij jonge mensen (in de meeste landen alleen mannen) een tijdlang verplicht deel uitmaken van de krijgsmacht. Militairen spreken over zichzelf als „in dienst” ofwel „in militaire dienst”.

Opschorting

In Nederland is sinds 1 mei 1997 de opkomstplicht officieel opgeschort. De Tweede Kamer heeft in mei 1993, bij aanvaarding van de Prioriteitennota, ingestemd met opschorting van de opkomstplicht. Sinds 22 augustus 1996 werden er al geen nieuwe dienstplichtigen meer opgeroepen. De opschorting wil zeggen dat burgers geen militaire dienst hoeven te vervullen zolang de veiligheidssituatie dat niet vereist. De Nederlandse krijgsmacht bestaat sindsdien volledig uit (vrijwillige) beroepsmilitairen. Wel krijgt iedere mannelijke staatsburger een dienstplichtbrief waarin wordt verteld dat hij is ingeschreven, maar niet opkomstplichtig is. De dienstplicht is dus niet afgeschaft, alleen de opkomstplicht is opgeschort.De Kaderwet dienstplicht regelt dat opschorting en beëindiging daarvan bij Koninklijk Besluit wordt geregeld, maar dat wordt ingetrokken als de Staten-Generaal bezwaar maakt.

In het voorjaar 2008 waren er geluiden, onder andere in de VVD en in de krijgsmacht zelf (generaal Dick Berlijn), die wilden onderzoeken of de opkomstplicht weer zou moeten worden ingevoerd, vanwege de zware belasting op het beroepsleger door de vele uitzendingen naar conflictgebieden.

Maatschappelijke dienstplicht

Ter vervanging van de militaire dienstplicht maken sommige politieke partijen zich sterk voor de invoering van een maatschappelijke dienstplicht. Deze maatschappelijke stage zou voor alle schoolverlaters moeten gelden. Een jaar lang moeten jongeren vrijwilligerswerk doen dat nuttig is voor de maatschappij en later ook voor henzelf. Hierbij moeten jongeren kiezen wat voor soort werk ze willen gaan doen. Door dit soort werk leren jongeren hoe zij iets nuttigs kunnen doen voor de maatschappij en leren ze niet afwachten tot de maatschappij iets nuttigs doet voor henzelf.

Share by: